Skip to main content

Vaak verscholen in kelders, omdat het een vorm van vermaak was voor de lagere klasse, kon je vroeger op verschillende plekken genieten van het poesjenellentheater. Hoewel het minder populair is dan vroeger, zijn er nog steeds poesjenellentheaters actief. Jan Verhelst uit Mortsel is zo iemand die nog steeds stukken bedenkt en opvoert met zijn gezelschap ‘de Poesje van de Lange Wapper’.

Voor zij die het poesjenellentheater niet kennen: het is een poppentheater voor volwassenen dat er oorspronkelijk om bekend stond de draak te steken met de machthebbers, en dit in het lokale dialect. Poesjenellen is de naam van de stangpoppen die hierbij gebruikt worden en komt van het Italiaanse ‘Pulcinella’, een figuur uit de ‘commedia del arte’, de voorloper van dit soort theater.

Deze stukken waren vroeger een verbinding tussen de lagere en hogere klasse. Tegenwoordig is die verbindende factor weggevallen en beschouwt men het niet meer als een vorm van laag vermaak. Wel wordt er nog steeds goed gelachen, nu vooral met de mensen in het publiek, aangevuld met actualiteit. Het poesjenellentheater is ondertussen ook erkend als Vlaams immaterieel erfgoed.

Meer dan 30 jaar

Met zijn theater De Poesje van de Lange Wapper is Jan Verhelst, alias Jakke met de Klakke, ondertussen al meer dan 30 jaar actief als poesjenellenspeler. Opgericht in 1988 zijn ze een vaste waarde in het Antwerpse. “Iedereen verbonden aan de club, de poesjespelers, schrijvers, makers van kostuums en decors … heeft dat altijd met hart en ziel gedaan als een hobby, nooit als beroep”, geeft Jan aan.

Advertentie

“Oorspronkelijk speelden we in het centrum van Mortsel onder gaanderij Ter Linde, tot we op de jaarlijkse cultuurmarkt te horen kregen dat het ‘not done’ was om als poesjenellentheater niet in Antwerpen stad te spelen. Daarom zijn we in 2001 verhuisd naar het Waagstuk op de Stadswaag.” Jarenlang speelden ze met de groep avondvullende programma’s, voornamelijk op vrijdagen. “Dat deden we tot 2017, toen het Waagstuk failliet ging en we zonder café zaten. We zijn dan overgeschakeld op theaterstukken op maat.”

Nu kan je de Poesje van de Lange Wapper inhuren voor een verjaardag, pensioen, jubileum … of gewoonweg om eens goed te lachen met de moppen van Jan en zijn collega poesjespelers. “Bij voorkeur spelen we die stukken nu in de kelder van café den Highlander op de Stadswaag, maar het kan eventueel ook op verplaatsing.”

“Voor zo’n stuk op maat zitten we op voorhand even samen met de persoon die ons inhuurt en vragen we allerlei input over het publiek om onze voorstelling mee voor te bereiden. Wie is er de mollige van de groep? Wie is de eeuwige vrijgezel? Wie is de gierigaard? Op basis daarvan voorzien we dan een stuk waarbij we iedereen er eens goed proberen doorsleuren.”

Opmerkelijk is dat wanneer Jan een stuk moet schrijven over een Antwerpenaar, hij meestal zowel de goede als minder goede eigenschappen van de persoon in kwestie als input krijgt. Als het daarentegen iemand uit een andere provincie betreft, krijgt hij dikwijls een ‘heiligleven’ voorgeschoteld. “Daar moeten we aandringen om meer info te geven zodat we kunnen spreken van een mens van vlees en bloed.”

Humor is niet van de poes

Belangrijk wanneer je iemand erdoor sleurt, is natuurlijk dat het grappig blijft. “We vragen daarom ook om ons op de hoogte te brengen van gevoelige onderwerpen of personen, zodat we niemand kwetsen”, verduidelijkt Jan. “Het moet voor iedereen plezant blijven en we willen niet dat het overkomt alsof we iemand pesten. Daarom proberen we iedereen van de aanwezigen te betrekken in het stuk.”

Het blijft hangen wanneer je iemand erdoor sleurt, maar dan op een leuke manier.

Jan Verhelst

Ze hanteren in hun shows ook het zogenoemde principe van ‘slaan en zalven’. Wanneer ze lachen met iemand, maken ze dat achteraf vaak goed met een positieve noot. “Een goed voorbeeld daarvan is: Wordt Magda écht 50 jaar? Ik dacht dat die al lang 60 was? Maar ja, wat zij heeft gedaan op 50 jaar, daar heeft iemand anders 60 jaar voor nodig.”

Humor is door de jaren heen wel wat veranderd, waarbij vandaag de dag alles veel sneller moet en je niet meer teveel mag uitweiden zonder actie. Dat merkte ook Jan op, maar het ‘slaan en zalven’-principe blijkt al jaren een succesformule. “Toen we begonnen, zeiden mensen me al eens ‘seg ik ben 20 jaar geleden al eens komen kijken en toen zeiden ze dit of dat over mij’. Het blijft dus hangen wanneer je iemand erdoor sleurt,” lacht Jan, “maar dan op een leuke manier.”

Met een lach door het leven

Het mag zeker niet overkomen alsof Jan en zijn gezelschap slechte bedoelingen hebben of ervan genieten om compleet vreemden uit te maken. “Daarom is het ook heel belangrijk dat mensen de poesjespeler niet zien, maar enkel de pop. Anders kijken ze naar de poesjespeler en niet naar de poesjenel, waardoor het lijkt alsof hij of zij die dingen zegt. De poesjenel mag meer zeggen dan de poesjespeler.”

“In het echte leven betrap ik mezelf wel eens op dat ik altijd op zoek ben naar het ludieke in een situatie en dat kan niet altijd. Ook moet ik opletten dat ik niet begin te spreken zoals de personages uit de Poesje.” Dat is uiteraard beroepsmisvorming zoals dat zo vaak voor komt. Maar er valt misschien wel een belangrijke les te trekken uit het poesjenellentheater: neem het leven niet altijd even serieus, af en toe moet je kunnen loslaten en alles even weglachen.

Wie Jan en zijn gezelschap graag eens inhuurt, vindt meer informatie op de website en de Facebookpagina van de club.

Advertentie

Leave a Reply